Nadat waarnemend wethouder Teun Heldens werd geinstalleerd,
- werden er zeven vragen gesteld door raadsleden (die schriftelijk beantwoord zullen worden),
- werd er door twee inwoners ingesproken (Nancy Meijer over windpark Ospeldijk en Frans van Gemert over luchtkwaliteit),
- werden het vergaderschema 2024, de nieuwe verordening voor onze rekenkamer en het Reglement van Orde (met één tegenstem van GroenLinks omdat wij het spreekrecht nog steeds onvoldoende geborgd is en dat er nog steeds geen transparante afhandeling van brieven gericht aan de raad plaatsvindt), vastgesteld,
- werd het rekenkamerrapport burgerinitiatieven besproken en
- werd het omgevingsprogramma luchtkwaliteit besproken (meer informatie hierover vind je hier).
Na dit agendapunt werd besloten om de volgende avond verder te gaan en
- werd de ontwerp omgevingsvisie kernen en bedrijventerreinen vastgesteld (met één tegenstem van GroenLinks);
- werd de centrumregeling Regionale Energie Strategie Noord- en Midden-Limburg besproken
- werd het bestemmingsplan Rendierenlaan Nederweert-Eind, Zandstraat 12 Ospelijk, en Heerweg 13 Nederweert vastgesteld (deze laatste met één tegenstem van GroenLinks)
- werd de ontwerpbegroting 2024 GR RUD-LN, en de begrotingswijziging vastgesteld
- werd de motie vreemd aan de orde van de dag van D66 en Nederweert Anders over Project N266 N275 Oversteek Lindenstraat besproken en verworpen (GroenLinks stemde voor deze motie) en
- werd bij de politiek bestuurlijke actualiteiten gesproken over de antwoorden op de door onze fractie gestelde Schriftelijke Vragen over implementatie van de omgevingswet in relatie tot de brief van Natuurlijk Platform (nummer 870, binnengekomen op 14 juni 2023) over collegeantwoorden op vragen gesteld door D66.
Hieronder vind je een samenvatting van onze inbreng bij de omgevingsvisie kernen en bedrijventerreinen en de politiek bestuurlijk actualiteiten.
Ontwerpomgevingsvisie kernen en bedrijventerreinen
In juli heeft de raad een door ons motie met de mooie titel: "Niet alles kan overal" aangenomen. In deze motie heeft de raad het college gevraagd op zoek te gaan naar een bureau van landschapsarchitecten en onderzoekende landschapsontwerpers dat een integrale toekomstbestendige omgevingsvisie kan doorontwikkelen naar een ruimtelijk voorstel waarin álle opgaven en wensen op een zo goed mogelijke manier ingepast worden.
Helaas is er geen tijd om de omgevingsvisie buitengebied van juli 2020 – die wat ons betreft inmiddels achterhaald is – en de nu voorliggende ontwerpomgevingsvisie kernen en bedrijventerreinen, op een verstandige manier te integreren. Om integrale afwegingen te kunnen maken die volgens alle belangengroepen tegemoetkomen aan verbetering van de omgevingskwaliteit is de huidige aanpak niet geschikt.
De GroenLinks-fractie ziet voor zich dat Nederweert tussen nu en 2040 een verandering doormaakt van een intensief productiegebied voor dierlijke eiwitten naar een woon- en recreatiegebied. Dit betekent wat onze fractie betreft dat er in Nederweert geen plaats is voor bijvoorbeeld mest- of vleesverwerkende industrie. Nederweert heeft met drie N2000 gebieden en het open buitengebied iets heel bijzonders en dat willen we koesteren. Als we ons afvragen waar Nederweert in 2040 wil staan, dan denkt onze fractie aan Nederweert als het Groene Hart van Metropoolregio Eindhoven.
Wat betreft de ontwerp omgevingsvisie kernen en bedrijventerreinen, willen wij de ambtenaren die dit stuk hebben opgesteld complimenteren. Het aantal veranderingen dat in deze versie is doorgevoerd is indrukwekkend. Op de tweede plaats was onze fractie onder de indruk van de kwaliteit van de reacties van onze inwoners.
Een paar reacties die GroenLinks relevant vindt lichten we er hier uit:
- Water en bodem sturend is in deze omgevingsvisie helaas niet het sturende instrument geworden voor ruimtelijke ontwikkelingen zoals het door de minister is bedoeld.
GroenLinks hoopt dat dit wel gaat gebeuren als het bureau van landschapsontwerpers en ontwerpend onderzoekers straks aan de slag gaat.
- Op de tweede plaats mist deze omgevingsvisie ijkpunten. Er is nergens vastgelegd waar we staan en waar we wanneer willen komen. Hoe kunnen we dan monitoren of ons beleid succesvol is en bijsturen als het nodig is?
GroenLinks denkt dat het gemeentebestuur onze rekenkamer erg zou helpen als we er in Nederweert een gewoonte van zouden maken om ambities te formuleren in meetbare doelen met een duidelijk tijdspad.
- Aspecten als materieel en immaterieel cultureel erfgoed, methoden om circulair en natuurinclusief te bouwen, blijven in deze omgevingsvisie onderbelicht.
Een algemene hartekreet van GroenLinks aan het college is: gebruik de kennis en de betrokkenheid van onze inwoners in uw voordeel. Er lopen in Nederweert mensen rond met een veel kennis over cultureel erfgoed en ook met kennis van natuur en van biodiversiteit; er zit niet alleen maar kennis bij de Ondernemers Vereniging Nederweert. Onze fractie acht een brede en evenwichtige blik essentieel als we samen willen streven naar een goede omgevingskwaliteit.
Over houtstook brengt het college ons in verwarring. In het reactiedocument lezen wij meermaals: een stookverbod opnemen in de Omgevingsvisie is een ingrijpende beslissing. Wij begrijpen dan ook dat u daar op dit moment nog niet voor wilt kiezen. Maar dan lezen wij tot onze verrassing op pagina 27 onder het kopje houtstook als laatste zin wil: “Houtstook willen we niet verbieden.” Onze fractie vroeg zich hardop af of het college zich voldoende verdiept heeft in de gevolgen van houtstook voor de gezondheid van onze inwoners, vooral in de kernen. Gegeven de fijnstofdeken die er op dit moment al over onze gemeente hangt, kan houtstook makkelijk voor acute ademhalingsproblemen zorgen. Wij adviseerden het college dan ook dringend het zinnetje “Houtstook willen we niet verbieden" weg te halen als het college daadwerkelijk om de gezondheid van onze inwoners geeft.
Terug naar de kern van het document Ontwerp Omgevingsvisie Kernen en Bedrijventerreinen.
Deze staat feitelijk in paragraaf 5.2. Daar staat waar een initiatief in een kern of op een bedrijventerrein aan moet voldoen om op medewerking te kunnen rekenen. Er worden 3 punten genoemd.
- versterkt een initiatief de kernwaarden en identiteit? Hier wordt verwezen naar hoofdstuk 2.
Daar zien wij het kopje “veranderende tijden, vaste waarde”. Dit suggereert een zekere weerzin om proactief na te denken over veranderingen die hoe dan ook op ons afkomen. Zo missen wij hier dat zich steeds meer statushouders in Nederweert zullen vestigen. Ook missen we dat er mogelijk in de toekomst asielzoekers in Nederweert komen wonen. Hoe willen wij hiermee omgaan? Daarnaast blijkt uit de schriftelijke reacties dat niet elke inwoner zich herkent in de geschetste identiteit van “de Nederweertenaar”.
De gekozen kernwaarden Groen, Samen, Nuchter en Open, zouden wij graag aanpassen naar Groen, Samen, Rust en Ruimte. Deze kernwaarden vinden wij toepasselijker voor de woon en recreatiegemeente die onze fractie voor zich ziet voor Nederweert in 2040. Ook wordt onze fractie onrustig van de tekst dat er op voorhand géén taboe is voor nieuwe functies. GroenLinks wil namelijk absoluut geen nieuwe functies die niet bijdragen aan onze omgevingskwaliteit. Nieuwe functies mogen het leefmilieu (en daarmee bedoelen wij natuur, bodem, water en lucht) wat onze fractie betreft niet verslechteren.
- Een nieuw initiatief moet volgens sectie 5.2 ook de kernkwaliteiten versterken. Hier wordt verwezen naar hoofdstuk 3.
In dit hoofdstuk missen wij aandacht voor een gezonde leefomgeving, terwijl er wel beweerd wordt dat Nederweert aantrekkelijk moet zijn voor nieuwe bedrijven, opdat zij zich hier kunnen vestigen. Volgens GroenLinks zijn er veel meer manieren zijn om een zinvolle bijdrage te leveren aan de maatschappij dan voor een bedrijf werken of een bedrijf te hebben.
Voor elke kern en voor bedrijventerreinen worden te versterken kernkwaliteiten genoemd. Maar onze fractie mist hier een toetsingskader om te kunnen garanderen dat nieuwe initiatieven daadwerkelijk gaan bijdragen aan een goede leefomgeving of een goede omgevingskwaliteit.
- Wat wel als toetscriterium genoemd wordt in paragraaf 5.2. is: Het initiatief draagt bij aan de hoofdopgaven, waarbij verwezen wordt naar hoofdstuk 4.
In hoofdstuk 4 worden 11 hoofdopgaven beschreven. Als tweede hoofdopgave lezen wij: Toekomstbestendige bedrijventerreinen. En als we dan even per hoofdthema gaan zoeken bij “wie doet wat”? dan lezen we alleen bij deze ene hoofdopgave een duidelijke inspanningsverplichting voor onze gemeente. Hier staat heel stellig: “De gemeente is aan zet voor het opstellen van randvoorwaarden en het uitvoeren van de locatiescan en het haalbaarheidsonderzoek van een nieuw duurzaam bedrijventerrein voor lokale ondernemers.” Een dergelijke ambitie vinden we bij geen van de andere genoemde hoofdopgaven terug.
Onze fractie vindt dat raar omdat in hoofdstuk 6 heel duidelijk omschreven staat dat de mogelijkheden voor bedrijven in het buitengebied tot gevolg kunnen hebben dat een nieuw bedrijventerrein in de toekomst minder snel gevuld wordt. In deze ontwerpvisie staat eigenlijk dat de investering voor een nieuw bedrijventerrein al snel onrendabel kan worden. Dit strookt niet met de eerdergenoemde ambitie en stelligheid.
Hiermee vindt onze fractie dat deze ontwerpomgevingsvisie feitelijk een tunnelvisie is geworden; blijkbaar moet er koste wat kost een nieuw bedrijventerrein komen.
Samenvattend: hoewel deze ontwerpomgevingsvisie een goede doorontwikkeling is van de vorige versie, is deze versie wat onze betreft nog niet ver genoeg doorontwikkeld om deze ter inzage te leggen. Dit blijkt onder meer uit:
- de onlogische indeling van paragraaf 4.5, figuur 3 die voor het doel waarvoor deze gedeeld wordt te klein is weergegeven, en de vele vragen die de tekst op pagina 35 oproept. Daar staat: wij sluiten aan bij de landelijke ambitie van nul ernstige slachtoffers en/of doden in en door het (weg)verkeer in 2030. Om dat te bereiken moet onze infrastructuur voldoen aan de landelijke Duurzaam Veilig-principes.
Sinds het vaststellen van het mobiliteitsplan in 2020 is het aantal ongelukken toegenomen van 78 in 2020, naar 85 in 2021 en naar 95 in 2022. Het aantal gewonden en dodelijke slachtoffers is sinds 2020 ook niet bepaald afgenomen.Het is voor onze fractie dan ook onduidelijk wat het college bedoelt met deze passages in deze ontwerpvisie kernen en bedrijventerreiden en wij verwachten dat dit ook bij onze inwoners vragen oproept.