Met veel enthousiasme hebben Pierre Bos, Jan Ottens en Annie Martens de deelnemers aan de excursie kennis laten maken met het project Peel Natuurdorpen. De deelnemers bestonden uit raadsleden, wethouders, (oud-)burgemeesters, boeren en andere geinteresseerden.
Een startsubsidie is beschikbaar gesteld door de provincie Noord-Brabant, met het advies om te beginnen met een pilot. Op dit moment kunnen agrariers verdienen aan gras en lelies maar voor de natuur is deze manier van boeren ongewenst.
Vroeger hadden agrariers binding met hun geboortegrond. Nu wordt de grond vaak verpacht. Huurders willen maximale opbrengsten en hebben geen oog voor de kwaliteit van de grond op de lange termijn. Eigenlijk had de situatie in de Peel zoals die in 1970 of 1980 was, moeten blijven.
Het streven is dat er 6 boeren aan de pilot meedoen die ongeveer 22 ha grond inbrengen. Om het project te laten slagen is het belangrijk dat de gemeente deze boeren zekerheid biedt.
Een paar rake uitspraken die Marieke deze dag noteerde:
"In Nederland is de handhaving een groot probleem. In Duitsland krijg je meteen een sper op je bedrijf als je het niet zo nauw neemt met de regels."
"Bloemisten moeten hun afval in de zwarte kliko doen, het mag niet in de groene omdat er zoveel gif op zit."
"Vroeger gaf je je vrouw een bosje bloemen als je van haar hield. Nu geef je een grote bos als je van haar af wilt."
"Je mag lelies niet voor niets slechts eens in de 7 jaar verbouwen. Ik ken iemand die een mooie vijver met koi karpers had, naast een perceel met lelies. De dag nadat de lelies een spuitbeurt hadden gehad, lagen alle koi karpers op de rug."
Maar boeren horen bij de Peel. Minder dieren is prima, maar minder boeren is niet goed. Boeren moeten er iets aan kunnen verdienen als ze nieuwe natuur creëren. Dat is het uitgangspunt.
Een kruidenrijk landschap heeft koeien nodig. Dit betekent per definitie extensiveren. Met Peel Natuurdorpen, kun je geleidelijk omschakelen. Het is belangrijk dat de peeldorpen op den duur leefbaar blijven. Dit is het belang voor de huidige bewoners.
Er stoppen ongelooflijk veel boeren en deze worden allemaal overgenomen door grotere. Nertsenfarms zijn allemaal geruimd. Wat kunnen we met al deze plekken?
Inspiratie voor het coulissenlandschap dat Peel Natuurdorpen voor ogen heeft, kan gevonden worden op landgoed Bronlaak. Hier wonen nu mensen met een beperking. Bronlaak is door de Roelvinken, afkomstig uit Enschede, aangelegd. De gebouwen zijn geplaatst op antroposifische grondslag. Ze vallen weg in de natuur.
Het streven is om een coulissenlandschap te creëren dat gebaseerd is op bos, heggen en kruidenrijk grasland, met Tiny Houses in deze nieuwe natuur. Het kan 70% bos en 30% kruidenrijk grasland zijn, maar ook 30% bos en 70% kruidenrijk landschap. Je kunt dan ongeveer 30 Tiny Houses clusteren op 10 ha. Zoals we op Bronlaak zien, merk je in een coulissenlandschap niet hoeveel mensen er wonen. De gebouwen vallen weg. Vooral als er maar 1 ontsluitingsweg is.
De gemeenteraad legt het beleid vast in een omgevingsplan. Novex subsidieert. De lokale overheid is penvoerder. De provincie mag van alles vinden, maar de gemeente gaat over de ruimtelijke ordening; dat is de basishouding van de meeste gemeenten in Brabant.
De agrariërs zijn initiatiefnemer. Ze hebben geen last van afwaardering van agrarische grond zoals je normaal zou hebben bij natuurontwikkeling, omdat er Tiny Houses worden geplaatst.
Er is meer dan genoeg belangstelling van woningzoekenden. Een Tiny House kost in de verkoop ongeveer een ton. De stroom kan gekoppeld worden aan de boerderij als de boer kiest voor verhuur. In het Ekodorp werken ze met een hele grote accu voor de bewoners. Gas- en rioolaansluitingen zijn niet nodig. Enkel stromend water, electriciteit en WIFI.
Het was een zeer inspirerende dag. Fijn dat ook onze wethouder Robert ten Kate aanwezig was. Hoe mooi zou het zijn als we ook zoiets van de grond zouden kunnen krijgen in de gemeente Nederweert!